Blogs2024-12-10T23:01:53+02:00

De geluksprofessor waar Nederland trots op mag zijn overleed gisteren

In 2006 ontmoette ik Ruut Veenhoven voor het eerst. Hij gaf een lezing over geluk in het Rotterdamse debatcentrum Arminius. Zijn verhaal over de wetenschappelijke bevindingen was ontzettend interessant en hij bracht het met veel grappige voorbeelden. Na afloop durfde ik hem aan zijn jasje te trekken met mijn prangende vraag: waar kan ik materiaal vinden voor ‘lessen in geluk’ die ik voor het voortgezet onderwijs wil ontwikkelen? Hij verwees mij naar het werk van Martin Seligman, en hij bood aan zijn colleges ‘Quality of Life’ bij te wonen.
Ik wil Ruut Veenhoven hier danken en eren als pionier en inspirator geluksonderzoek en positieve psychologie in Nederland en de rest van de wereld.
In 2021 interviewde ik hem voor het Tijdschrift Positieve Psychologie. Lees verder

Werken aan mentaal welbevinden van leerlingen

Sinds de covid-lockdowns is het welbevinden van leerlingen een serieus agendapunt op scholen. Vóór de pandemie was er ook aandacht voor, maar gewoonlijk pas op het moment dat er iets aan de hand was: een leerling met depressieve klachten, of een klas met een ernstig zieke leerling, of een sterfgeval.
Nu is deze
aandacht aangewakkerd door signalen dat het niet goed gaat met de jeugd. Er wordt melding gemaakt van meer mentale klachten, depressieve gevoelens, angsten
eetstoornissen. Vooral de lockdowns en schoolsluitingen zouden hier debet aan zijn. Veelvuldig contact met leeftijdsgenoten is essentieel voor jongeren van 12 tot ongeveer 23 jaar. Door de lockdowns moesten jongeren dit ontberen.

De positieve psychologie geeft handvatten om het geluk en welzijn van leerlingen te bevorderen.
lees verder

Van gelukkige leraren leer je meer

Naast het toenemend aantal berichten over werkdruk en burn-outs, komt ook werkgeluk
steeds meer in het nieuws. We werken niet alleen voor geld of aanzien, maar
ook voor de voldoening die het geeft. Naast dat werkgeluk prettig is, verhoogt het
ook je productiviteit. Dit geldt ook voor leraren. Geluk en bevlogenheid zijn nauw
verbonden; een bevlogen leraar kan zijn leerlingen inspireren met hoop en optimisme,
zodat zij meer zin krijgen om te leren. Het mooie is dat geluk niet zomaar uit
de lucht komt vallen, maar dat je er ook wat aan kunt doen, als leraar zelf, en als leidinggevende van leraren.

Definitie
Met geluk wordt hier ‘gelukkig zijn’ bedoeld, en niet ‘geluk hebben’. Een bruikbare omschrijving van de kenmerken uit de positieve psychologie is dat iemand veel
positieve emoties heeft, weinig negatieve en tevreden is met het leven als geheel.
lees verder



Wat kan school betekenen voor het geluk van jongeren

21 juni 2021
De Nederlandse jeugd staat te boek als de gelukkigste ter wereld. Niet gelukkig in de
zin van hedonistisch of egoïstisch welbevinden, maar in de zin van het leiden van een
plezierig, betrokken en betekenisvol leven. Gelukkig zijn vormt een beschermende
factor in de tienerjaren; het beschermt tegen depressie, risicogedrag en schooluitval.
Vaardigheden die helpen om je gelukkig te voelen, zijn sociaal en emotioneel van
aard en worden ook op school ontwikkeld, meestal tussen de bedrijven door. Een
goede leefbaarheid van de omgeving, met voldoende veiligheid, vrijheid en rechtvaardigheid,
vergroot de kans om gelukkig te zijn. Dat geldt ook voor de leefbaarheid
van de schoolomgeving.

lees verder..

Hoe vergroten we de mentale kracht van Nederland?

13 maart 2021
Het versterken van het welbevinden van kinderen, hun ouders en hun leraren beschouw ik sinds 2006 als mijn missie om de wereld te verbeteren. Ik heb diverse ministers van onderwijs geprobeerd over te halen om meer aandacht te besteden aan het welbevinden en de sociaal-emotionele volwassenwording van jongeren. Zonder resultaat. Op het vlak van mentale vooruitgang werkte ik mee aan conferenties als Mentaal Vermogen (2009), Sturen op geluk (2011) en Mentale Fitheid (2014) en meer dergelijks. Bij elke conferentie hoopte ik dat er nu echt iets in gang gezet ging worden in de samenleving, maar dat viel steeds tegen.

Daarom was ik blij verrast met de start van de denktank Mentale Vooruitgang in 2019, wat uitmondde in dit boek nu: Mentale Vooruitgang. De schrijvers en de meedenkers zijn gewend om adviezen uit te brengen op hoog niveau. Met dit boek willen ze mentale vooruitgang hoog op de maatschappelijke agenda krijgen en liefst ook in het nieuwe regeerakkoord. Mensen moeten weten dat ze net zo veel aandacht moeten besteden aan hun mentale conditie als aan hun lichamelijke gezondheid. Naar dit boek heb ik heel lang uitgekeken, besef ik me nu. En ik verlang er naar dat dit boek daadwerkelijk gebruikt gaat worden door mensen, organisaties en overheden. Ik ben optimistisch.

Lees verder voor de gehele boekrecensie

Vertel het verder!

Ga zo door!

ga-zo-door

16 februari 2021
Onze jongeren hebben het moeilijk. Ze missen sociale contacten die broodnodig zijn voor een gezonde ontwikkeling.

Het is logisch dat wij als volwassenen ons zorgen maken over onze jongeren.
Het is ook nog wel begrijpelijk dat de media hier op inspelen, maar de manier waarop media onze aandacht trekken met berichten over jeugd is soms ronduit stuitend.
Vorige week:
“82 Procent van de Nederlandse jongeren bevindt zich door de coronamaatregelen op het randje van een burn-out.”
Hier klopt helemaal NIETS van volgens de factcheckers van de Universiteit Leiden

Veel eerder schreef ik al over missers in de media.   En wat je wel kunt doen als volwassene. Goed opvoeden gaat niet alleen over het bestrijden van risico’s, zoals ‘pas op met alcohol’, ‘niet zwanger worden’, ‘geen drugs’, ‘geen onvoldoendes halen’ en ‘nooit domme dingen doen’. Zeker zo belangrijk is het stimuleren van groei. Door aansluiting te zoeken bij de nieuwsgierigheid van de puber. Het kind wat te laten experimenteren en het zoeken naar bezigheden die vervulling bieden. Pubers kunnen beter de goede kant op getrokken worden door plezier, dan dat ze in het gareel blijven door angst.

Wat wij kunnen doen is blijven aanmoedigen, bemoedigen, en ons zelf zo gedragen dat de coronacrisis zo snel mogelijk verdwijnt, vooral voor onze jongeren.

 

Wie schrijft die blijft

7 december 2020
Schrijven ging mij nooit gemakkelijk af. Ik ben linkshandig maar moest in 1964 in de eerste klas met rechts schrijven. Dat voelde erg tegennatuurlijk, want thuis en op de kleuterschool had ik al mijn halve leven naar hartenlust met links getekend.
Om het rechtshandig schrijven er definitief in te krijgen, was het gebruikelijk dat linkerhandjes een tik met de liniaal kregen zodra ze betrapt werden met de kroontjespen.
Ik heb er geen trauma’s aan overgehouden hoor. Wel had ik er last van. Als biologiedocent moest ik geregeld tekenen en schrijven op het bord. Als ik begon met een tekening (links dus) en er moest iets bijgeschreven worden, ging ik vaak vanzelf door met links en dat werden hanenpoten. Als ik begon met schrijven (rechts dus) en ik er een tekeningetje bij wilde maken, ging ik per ongeluk door met rechts, met onbegrijpelijke tekeningen tot gevolg.

Met een laptop is schrijven makkelijker geworden, en ik ben het leuk gaan vinden.
Ik schrijf geregeld artikelen voor tijdschriften, en heb twee boeken op mijn naam.
Ook ben ik redacteur van het tijdschrift positieve psychologie geworden. Voor een komend nummer “positieve communicatie” ben ik me aan het verdiepen in onder andere de effecten van positief of negatief taalgebruik in het Nederlands. Het valt me best wel tegen wat ik hierover aan wetenschappelijks kan vinden. Tips welkom.

Tijdens mijn zoektocht kwam ik wel nog weer fijne oude bekenden tegen. Amnesty International laat mensen schrijven om anderen te helpen, en daar kun je ook zelf blij van worden. En Loesje, vroeger alleen van de raadselachtige, lieve en grappige posters, maar nu een organisatie waar gewone mensen creatief mee kunnen schrijven om de wereld beter en mooier te maken.

Omdat ik nu veel tijd heb, en hopelijk binnenkort weer weinig omdat de trainingen wel doorgaan, heb ik ook mijn goede voornemens vervroegd. Ik had jullie in november al gelukkig 2021 gewenst.
Eén goed voornemen voor nu is om een paar brieven te schrijven in plaats van mails of kerstkaarten. Aan oude mensen die ik al lang niet gezien heb. Ik doe dat voor die oude mensen, maar ook voor mezelf, om mijn eigen 2020 nog een krul in de staart te geven.

Want een raar jaar is het.


Gelukkig 2021 !

13 november 2020
Is het niet een beetje vroeg om jullie een gelukkig nieuwjaar te wensen?

Jazeker, maar ik heb er een goede reden voor.
We weten nog niet wanneer, maar we kunnen er wel van uit gaan dat er een moment komt dat er weer meer mag en kan. Bijvoorbeeld met vakantie gaan.
Jeroen Nawijn (2011) deed promotieonderzoek naar het geluksgevoel van vakantiegangers en thuisblijvers. Als je op vakantie bent, voel je je beter. En als je terugkomt, ben je weer terug bij af. Er werd geen duidelijk langetermijneffect gevonden. De grootste piek in het geluksgevoel zat merkwaardig genoeg niet na, maar juist vóór de vakantie. Blijkbaar begint de voorpret voor de meeste mensen weken tot zelfs maanden voordat de eigenlijke vakantie begint.

Het zou zomaar kunnen dat voorpret ook bij andere bezigheden bijdraagt aan het genot er van. Ik verheug me erg op een ouderwetse voltallige familiebijeenkomst, ook al kan dat best nog lang duren. Misschien is het helemaal geen gek idee om een bord of prikbord te maken met wat je allemaal wilt gaan doen als dit allemaal voorbij is, zoals ze deden in een ziekenhuis in Londen.

Daarom wens ik u al vast een gelukkig 2021. Geniet van de voorpret.

En vergeet ook niet te voorpretteren op wat niet mag. Ik ken mensen die zich verheugen op een jaarwisseling zonder vuurwerk en een januari zonder gelebber met collega’s.

Nawijn, J. & Veenhoven, R. (2011) The effect of leisure activities on life-satisfaction: The importance of holiday trips. In: Ingrid Brdar (ed.) ‘The human pursuit of wellbeing: A cultural approach’, Chapter 1, pp 3-38, Springer Science, Dordrecht

Opvoeden tot geluk, help je tiener puberen

Jacqueline Boerefijn Opvoeden-tot-Geluk
23 augustus 2020
En een mooie aanvulling.

Eerst een stukje uit ons boek:

Familie, vrienden en buren zijn ook belangrijk bij de opvoeding. ‘It takes a village to raise a child’, zeggen ze in de Verenigde Staten. Dat klinkt wat overdreven, maar opvoeden met een heel dorp zou weleens een stuk gemakkelijker kunnen zijn dan in je eentje of met z’n tweeën.

De groep volwassenen waar een kind dagelijks mee te maken heeft, is de laatste decennia kleiner geworden. School heeft een deel van de dorpsfunctie overgenomen, maar waarschijnlijk heb jij nog veel meer potentiële vrijwillige medeopvoeders om je heen die zich nu misschien afzijdig houden omdat ze zich niet ongevraagd willen bemoeien met hoe jij je kind opvoedt. Wie heb jij in de buurt die van harte voor opvang wil zorgen, als jij of je puber er eventjes tussenuit moet om de spanning te verminderen, of even het hart moet luchten?

Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat kinderen zich beter ontwikkelen als ze opgenomen zijn in sociale netwerken die groter zijn dan het gezin alleen. Als er bijvoorbeeld goede contacten zijn tussen ouders in de buurt en tussen ouders en school, dan presteren kinderen beter en hebben ze meer kans op maatschappelijk succes.

Mensen hebben enerzijds nood aan ondersteuning van elkaar, want het zijn sociale wezens, maar anderzijds hebben ze het ook nodig dat ze elkaar in de gaten houden. Vooral voor pubers is het ongelooflijk belangrijk dat ze opgroeien in een omgeving waarin volwassenen rondlopen die weten wie ze zijn en bij welk gezin ze horen. Vroeger was het heel normaal om behalve je eigen kinderen, ook alle andere loslopende jeugd in te schakelen om te helpen en aan te spreken op hun gedrag, als dat nodig was. Tegenwoordig ligt er veel meer druk op de opvoeding door de ouders. Ouders willen perfecte kinderen, willen het zelf allemaal perfect doen en vatten ongevraagd advies gemakkelijker en soms onterecht op als kritiek. Vroeger was bijna iedereen lid van een kerk, vakbond, muziekkorps, schaakvereniging of wat dan ook. Dat is allemaal veel verminderd, maar toch is het belangrijk ergens bij te horen.

Sociale netwerken via het internet hebben dat deels vervangen, maar rechtstreeks contact blijft toch nog anders. Zo was de kerk een plaats waar je niet alleen naartoe ging, maar met het hele gezin. Iedereen hoorde erbij, ook de kleintjes.

Sociale vaardigheden worden in een meer geïndividualiseerde maatschappij steeds belangrijker. Jongeren die niet goed zijn ontwikkeld op het sociale vlak en moeite hebben om op een prettige manier met leeftijdgenoten om te gaan, besteden minder tijd aan hun vriendschappen en krijgen minder steun van hun vrienden. Omdat ze minder goed in staat zijn vriendschappen te onderhouden, missen ze de mogelijkheid zich te oefenen in het sociale verkeer.

Meer volwassenen betrekken bij de opvoeding is ook erg handig in de puberteit omdat pubers die zich afzetten tegen hun ouders, er vaak minder moeite mee hebben een boodschap aan te nemen van anderen. Bovendien houden andere volwassenen pubers weer een andere spiegel voor, zodat ze zich gemakkelijker evenwichtig ontwikkelen.

Tot zover dit stukje uit ons boek.

En dan komt hier de aanvulling:
Als je het echt even niet meer weet, en je kunt niet terecht bij een van bovenstaande contacten, dan is er sinds kort de OUDERTELEFOON, Voor als het thuis even te veel wordt.

We begrijpen dat opvoeden een uitdagende taak kan zijn. Dat je het graag goed wil doen, maar dat het soms ook kan voelen alsof het te veel wordt. Weet dat je hierin niet alleen bent. De Oudertelefoon biedt iedere ouder een luisterend oor.

De Oudertelefoon is voor iedereen. Iedere ouder, opvoeder, oppas, zorger, opa, oma, aangetrouwd, bonus, tijdelijk of voor altijd. Met al je opvoedvragen en gezinskwesties kun je bij ons terecht.

Je kunt bellen of chatten: zie https://www.oudertelefoon.nl/

Zie voor ons boek: https://www.ebook.nl/ebook/9789401402606-opvoeden-tot-geluk-jacqueline-boerefijn-ad-bergsma/

Blij verrast

23 mei 2020
Deze week gaf ik een cursus over positieve psychologie in het onderwijs.
Als onderdeel van de kennismaking vroeg ik onder andere:
Als alles mogelijk zou zijn, waar zou je graag naar toe gaan?
Wat is jouw ideale plek op aarde?
Tot deze keer noemden kandidaten altijd verre paradijzen, tropisch of niet. Als wensbestemming voor een vakantie EN als ideale plek op aarde.
Deze keer verbaasde de kandidaten mij door wel verre wensparadijsplekken te noemen, maar allemaal vonden ze hun ideale plek op aarde THUIS, daar waar hun GELIEFDEN waren.

Deze groep mensen begreep de essentie van de positieve psychologie al voordat de cursus goed en wel begonnen was.

De twee kanten van Betrokkenheid

1 april 2020
Mensen die meer betrokken zijn met hun werk, voelen zich over het algemeen nuttig.
Mensen die meer betrokken zijn met hun werk, lopen meer risico dat er te veel van hen gevraagd wordt.

Betrokkenheid wordt gezien als een van de pijlers van de positieve psychologie. Betrokkenheid kan zich richten op de ander, op maatschappelijke instituties of op andere zaken. Verreweg het meeste onderzoek rond dit thema richt zich op het werk.
Er zijn diverse definities van het begrip betrokkenheid, bijvoorbeeld:
“De mate waarin medewerkers hun persoonlijke identiteit inzetten op hun werk.” (Kahn, 1990) of
“Een werk gerelateerde positieve toestand van voldoening die  gekenmerkt wordt door vitaliteit, toewijding en absorptie” (Schaufeli, 2002).

Deze week werden de resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar de mate van emotionele betrokkenheid in verschillende beroepen. Het onderzoek werd uitgevoerd in 2018 door het CBS en TNO. Werknemers in pedagogische beroepen gaven het vaakst van alle beroepen aan emotioneel betrokken te raken bij hun werk. Dit geldt voor bijna drie op de tien. Ook ervaarden zij het werk bovengemiddeld vaak als veeleisend. Dat laatste geldt nog meer voor werknemers in zorg- en welzijnsberoepen.

Onder leerkrachten in het basisonderwijs is het aandeel dat zei vaak of altijd emotioneel betrokken te raken bij het werk met bijna 39 procent het hoogst van alle onderzochte beroepsgroepen (gemiddeld 15 procent). Zij staan de hele onderzochte periode (2014-2018) al aan de top als het gaat om emotionele betrokkenheid. Leerkrachten tot 35 jaar raken vaker betrokken (42 procent) dan leraren van 35 tot 75 jaar (37 procent). Ook docenten algemene vakken in het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) raken bovengemiddeld vaak betrokken, vrouwen vaker (36 procent) dan mannen (29 procent).

 

Daarnaast is de betrokkenheid bij het werk ook hoog onder psychologen en sociologen (33 procent), docenten beroepsgerichte vakken in het vo en het mbo (29 procent), en onder docenten in het hoger onderwijs (ho) en hoogleraren (27 procent).

 Emotioneel veeleisend

Werknemers in zorg- en welzijnsberoepen, zoals psychologen, maatschappelijk werkers en verpleegkundigen, en medewerkers van politie en brandweer, vonden in 2018 hun werk het vaakst emotioneel veeleisend. Van de psychologen en sociologen vond 56 procent dat het werk vaak of altijd emotioneel veel van ze vergt (in 2014 nog 49 procent), voor maatschappelijk werkers is dit 50 procent. Van de gespecialiseerde verpleegkundigen rapporteerde ruim 43 procent dat ze hun werk vaak emotioneel veeleisend vinden, van politie- en brandweer medewerkers 37 procent.

 

Emotioneel veeleisend werk speelt een rol in het optreden van gezondheidsklachten en verzuim. Uit eerder onderzoek bleek al dat de gezondheids- en welzijnszorg het hoogste ziekteverzuim heeft van alle bedrijfstakken.

 

Cruciale beroepen

De tien beroepsgroepen waarin werknemers hun werk het vaakst als emotioneel veeleisend ervaren, komen voor op de lijst van cruciale beroepsgroepen, die sinds het uitbreken van COVID-19 door de overheid is opgesteld. Het betreft beroepen in de zorg, politie en brandweer, en het onderwijs.

De Positieve Stad

28 februari 2020
Als hoofdredacteur mocht ik deze mooie uitgave mede samenstellen:

Christopher Peterson, een van de grondleggers van de positieve psychologie, vatte deze positieve psychologie ooit samen als: ”Other people matter.”
Jules Deelder, de in december jl. overleden nachtburgermeester van Rotterdam, formuleerde het volgende: “De omgeving van de mens is de medemens.” Dat deze medemensen in de stad dichter op elkaar wonen, betekent
echter niet automatisch dat ze meer medelevend met elkaar zijn dan in een dorp of op het platteland.

Lees verder
Download hier: https://www.professioneelbegeleiden.nl/positieve-stad-volledige-uitgave

 

Ga naar de bovenkant